1. Allemande :Dit is een statige en waardige dans in gematigd tempo, vaak gebruikt als openingsdeel van de suite. Het heeft een binaire vorm (AB) en wordt gekenmerkt door zijn gelijkmatige ritme en gematigde snelheid.
2. Courante :De courante is een snellere dans in tripelmeter (3/4 of 3/2). Het wordt gekenmerkt door zijn vloeiende en sierlijke bewegingen, met ingewikkeld voetenwerk en sprongen. Het ritme van de courante bevat vaak gestippelde noten en syncopen.
3. Sarabande :De sarabande is een langzame en plechtige dans in tripelmeter. Het staat bekend om zijn statige en melancholische karakter, met een sterke nadruk op de tweede tel van elke maat. De sarabande wordt vaak bespeeld met een luit of een theorbe.
4. Bourrée :De bourrée is een levendige en energieke dans in dubbel- of viervoudig metrum (2/4 of 2/2). Het wordt gekenmerkt door zijn snelle tempo, gestippelde ritmes en levendige stappen. De bourrée is vaak voorzien van een drone-basbegeleiding.
5. Gigue :De gigue is een snelle en levendige dans in tripelmeter (3/8 of 3/4). Het staat bekend om zijn snelle tempo, ingewikkelde ritmes en krachtig voetenwerk. De gigue sluit de suite vaak af en dient als levendige en virtuoze finale.
Het is vermeldenswaard dat de volgorde en selectie van deze dansbewegingen kan variëren, afhankelijk van de componist en de specifieke suite. Bovendien kunnen sommige barokke suites andere dansvormen bevatten, zoals de gavotte, menuet of passepied, om een meer gevarieerde en uitgebreide collectie te creëren.