1. _Ballet _ (Internationaal):
Ballet is een zeer technische dansvorm die gratie, evenwicht en nauwkeurig voetenwerk vereist.
- Plié :Buigen en strekken van de knieën terwijl de voeten op de grond blijven.
- Relevatie :Opstaan op één of beide voeten terwijl u de benen gestrekt houdt.
- Tendu :De voet richten terwijl u het been recht en evenwijdig aan de vloer houdt.
- Dégage :Eén voet van de vloer verwijderen en in een bepaalde richting uitstrekken.
- Jeté :Van de steunvoet springen en op de andere voet landen.
2. _Salsa _ (Latijn):
Salsa is een populaire Latijns-Amerikaanse dans die energieke heupbewegingen combineert met snel voetenwerk.
- Basis Salsastap :Een driestapspatroon met zijwaartse bewegingen.
- Crossbody-lead :De leider kruist zijn lichaam achter de volger, gevolgd door een stap naar voren.
- Draai :De volger draait rond terwijl hij een verbinding met de leider onderhoudt.
- Ontsnapping :De partners gaan tijdelijk uit elkaar en voeren individuele freestyle-bewegingen uit.
- Cubaanse beweging :Een zwaaiende beweging die de heupbewegingen benadrukt.
3. _Tango _ (Argentijns):
Argentijnse tango is een gepassioneerde dans die wordt gekenmerkt door innige omhelzingen, dramatische pauzes en ingewikkeld voetenwerk.
- Omhels :Partners houden elkaar stevig vast, met één arm om het middel geslagen.
- Vooruit en achteruit Ocho :Zijtreden die een achtvormig patroon volgen.
- Molinete :Een draaiende beweging uitgevoerd door de volger rond de leider.
- Sacada's :Snelle bewegingen waarbij de ene partner de andere in een specifieke richting trekt.
- Colgadas :De volger pauzeert terwijl hij midden in de dans hangt, ondersteund door de leider.
4. _Flamenco _ (Spaans):
Flamenco is een dynamische dansstijl die gepassioneerde handgebaren, voetenwerk en ritmische lichaamsbewegingen omvat.
- Zapateado :Krachtig stampen met de voeten.
- Bulerías :Snel en behendig voetenwerk.
- Vuelta Quebrada :Een stap waarbij de danser een scherpe bocht maakt door zijn benen over elkaar te slaan.
- Paseo :Een loopbeweging met ingewikkelde handbewegingen.
- Alegrías :Een snelle dans met vrolijke muziek.
5. _Buikdans _ (Midden-Oosters):
Buikdans benadrukt ingewikkelde heupbewegingen en vloeiende torso-uitdrukkingen.
- Heupcirkels :Cirkelvormige bewegingen van de heupen in verschillende richtingen.
- Slangenarmen :Zwaaiende armen in een kronkelig patroon.
- Buikrollen :De buik in een cirkelvormige beweging rollen.
- Shimmies :Snelle kleine bewegingen van de heupen en schouders.
- Sluierwerk :Een sluier gebruiken om de dans te versterken en visuele effecten toe te voegen.
6. _Breakdance _ (B-boying/B-girling):
Breakdance is ontstaan als straatdans en staat bekend om zijn atletische en acrobatische bewegingen.
- Toprock :Rechtopstaande dansbewegingen voordat ze op de grond vallen voor complexere passen.
- Downrock :Op de vloer gebaseerde bewegingen, inclusief spins, bevriezingen en powermoves.
- Voetenwerk :Snelle en ritmische voetbewegingen.
- Bevriest :Even een statische houding aannemen.
- Krachtbewegingen :Acrobatische salto's, spins en balances op één hand of hoofd.