Het wordt meestal uitgevoerd door een groep mannelijke of vrouwelijke dansers die tijdens de dans ‘salakots’ of inheemse hoeden vasthouden en balanceren. Al dansend weven en zwaaien ze met hun hoeden op het ritme van de vrolijke muziek.
De dans bootst boeren na in de oogsttijd die grote inheemse hoeden dragen, bekend als ‘salakot’, om zichzelf te beschermen tegen de verzengende hitte van de zon. De dans staat ook symbool voor de sierlijke bewegingen van vissers wanneer ze hun netten in zee werpen en een overvloedige vangst binnenhalen.
De dans is populair in de steden Bauan, San Luis en Taal in de provincie Batangas. Het is ook een favoriet in Filippijnse culturele shows, festivals en bijeenkomsten vanwege zijn levendige ritmische bewegingen en vrolijke en energieke uitstraling.