_Hier zijn enkele basisdansposities in Filippijnse volksdansen:_
1. Parallelle voeten :De voeten worden naast elkaar geplaatst, met de tenen naar voren gericht.
2. Gesloten voeten :De voeten worden dicht bij elkaar geplaatst, waarbij de hielen elkaar raken en de tenen naar voren wijzen.
3. Open voeten :De voeten staan uit elkaar, met de hielen en tenen naar buiten gericht.
4. Naast elkaar :De voeten worden naast elkaar geplaatst, met een kleine opening ertussen. De tenen wijzen naar voren.
5. Gekruiste voeten :De ene voet wordt voor de andere geplaatst, waarbij de tenen van de voorste voet naar voren wijzen en de tenen van de achterste voet naar achteren wijzen.
6. Gebogen knieën :De knieën zijn licht gebogen, waarbij het gewicht gelijkmatig over beide voeten wordt verdeeld.
7. Rechte armen :De armen worden langs de zijkanten van het lichaam recht naar beneden gehouden, met de handpalmen naar binnen gericht.
8. Geheven armen :De armen zijn boven het hoofd geheven, met de handpalmen naar boven gericht.
9. Voorwaartse en achterwaartse armen :De armen worden naar voren en naar achteren gezwaaid, met de handpalmen naar beneden gericht.
Dit zijn slechts enkele van de basisdansposities in Filippijnse volksdansen. Er zijn veel andere variaties en combinaties van deze posities, en elke dans heeft zijn eigen unieke reeks bewegingen.