1. Gelukkig :
- De dans begint met de "Hapit"-stap, waarbij de dansers in paren de handen naar elkaar toe houden.
2. Bayo :
- Dit is een zwaaiende beweging waarbij de dansers hun armen zachtjes laten zakken en optillen terwijl ze hun lichaam op hun plaats draaien.
3. Patay (of "Padjak"):
- De "Patay" is een hielklikkende stap. De dansers heffen hun knieën op en stampen vervolgens krachtig met hun voeten naar beneden, waardoor een ritmisch stampend geluid ontstaat.
4. Tagulaylay :
- In de stap "Tagulaylay" maken de dansers een sierlijke, heen en weer zwaaiende stap, die doet denken aan bewegende golven.
5. Zoals :
- De "Liko" is een cirkelvormige draaibeweging. Dansers bewegen in een cirkelvormig patroon terwijl ze hun handen omhoog en naar de zijkanten houden.
6. Talaw :
- Deze stap wordt gekenmerkt door vloeiende, sierlijke bewegingen. De dansers bewegen in een golfachtige beweging, waarbij ze hun lichaam buigen en met hun armen zwaaien.
7. Palaspa's :
- "Palaspas" omvat stappen en zwaaiende bewegingen die het stromen van een palmtak oproepen.
8. Kipang :
- Dit is een huppelstap, waarbij de dansers van de ene voet naar de andere springen terwijl ze in een cirkelvormige beweging draaien.
9. Panda (of "Palagandag"):
- "Pandag" is een krachtige stampstap. Dansers heffen hun knieën hoog op en stampen vervolgens krachtig op de grond neer.
10. Pandanggo (of "Saludo"):
- De "Pandanggo"-stap omvat een hoed of ander rekwisiet. De dansers zwaaien het rekwisiet boven hun hoofd, waardoor sierlijke bogen ontstaan.
11. Balitaw :
- Dit is een levendige en energieke stap met snel voetenwerk, spins en sprongen.
12. Kasiyahan :
- De "Kasiyahan" is een feestelijke danspas in vrije vorm waarbij dansers hun vreugde en energie uiten door middel van spontane bewegingen.
De choreografie van de binhi-volksdans kan variëren afhankelijk van de regio en de culturele invloed, maar dit zijn enkele van de gebruikelijke danspassen die bij deze traditionele Filippijnse dans horen.