De typische vierdelige structuur, vooral populair in de romantische symfonieën, omvat:
1. Eerste deel: Allegro, vaak in sonate-allegro-vorm. Deze beweging is typisch groots, dynamisch en zet de toon voor het hele werk.
2. Tweede deel: Adagio of Andante, vaak in een langzame en lyrische stijl. Deze beweging zorgt voor contrast door expressieve melodieën, emotionele intensiteit en een serene sfeer te laten zien.
3. Derde deel: Scherzo of Menuet, meestal met een levendig en contrasterend karakter. Scherzo's worden vaak gekenmerkt door speelsheid en ritmische energie, terwijl menuetten een sierlijker en hoofser karakter hebben.
4. Vierde deel: Finale, vaak in een snel tempo en vrolijke stemming. Dit slotdeel brengt de compositie vaak tot een krachtig en triomfantelijk einde, waarbij soms thema's uit eerdere delen worden herhaald.
Hoewel de vierdelige structuur gebruikelijk was tijdens de Romantiek, onderzochten componisten ook variaties en alternatieven. Sommige romantische composities hebben mogelijk meer of minder delen, vertonen andere formele structuren zoals sonate-rondo, of bevatten extra secties zoals langzame introducties, programmatische secties of geïnterpoleerde delen.