nadruk op emotie en subjectiviteit: Romantiek vierde individuele gevoelens, intuïtie en verbeelding over rede en logica. Dit leidde tot een focus op persoonlijke ervaringen, emotionele expressie en de verkenning van de innerlijke wereld.
ontzag voor de natuur: De natuur werd gezien als een bron van inspiratie, schoonheid en spirituele kracht. Romantische schrijvers en kunstenaars probeerden de sublieme en ontzagwekkende aspecten van de natuurlijke wereld vast te leggen.
individualisme en rebellie: Romantici vierden het individu en hun unieke kwaliteiten, vaak rebelleren tegen maatschappelijke normen en conventies. Ze verdedigden zelfexpressie, vrijheid en het nastreven van persoonlijke vervulling.
idealisme en optimisme: Ondanks hun donkere thema's, hadden romantici vaak een idealistisch geloof in het menselijk potentieel en de kracht van liefde, schoonheid en verbeelding om tegenspoed te overwinnen.
nadruk op het verleden: Romantici keek naar het verleden voor inspiratie, met name de middeleeuwen, die ze zagen als een tijd van ridderlijkheid, heldendom en spirituele ijver.
Het gotisch en het macabre: De romantische periode zag een fascinatie voor het donkere, mysterieuze en bovennatuurlijke, dat aanleiding gaf tot de gotische literaire beweging.
exotiek en het oosten: De romantische periode zag een groeiende interesse in buitenlandse culturen, met name die van het Oosten, die als exotisch en mysterieus werden beschouwd.
nadruk op de "gewone man": Romantici vierden de levens en worstelingen van gewone mensen, die vaak hun deugden en veerkracht benadrukten.
De kracht van taal: Romantici zagen taal als een krachtig hulpmiddel voor het uiten van emoties, het vormgeven van percepties en het creëren van nieuwe realiteiten.
Het belang van kunst: Romantici geloofden dat kunst de macht had om de beperkingen van de materiële wereld te overstijgen en ons te verbinden met een hoger spiritueel rijk.
sleutelcijfers: Enkele belangrijke cijfers van de romantische periode zijn William Wordsworth, Samuel Taylor Coleridge, Percy Bysshe Shelley, Lord Byron, Mary Shelley, Jane Austen en Johann Wolfgang von Goethe.
Over het algemeen kan de stemming van de romantische periode worden omschreven als intens, gepassioneerd en emotioneel geladen, wat een verschuiving weerspiegelt van verlichting rationalisme naar een viering van de menselijke geest en de kracht van verbeelding.