1. Virtuele machine (gastbesturingssysteem): Een gastbesturingssysteem is een afzonderlijk en onafhankelijk besturingssysteem dat binnen een virtuele machine (VM) draait. Elke VM fungeert als een virtuele computer, compleet met CPU, geheugen, opslag en netwerkinterface. Gastbesturingssystemen kunnen van verschillende typen zijn, zoals Windows, Linux of macOS. Ze worden onafhankelijk geïnstalleerd en uitgevoerd binnen de virtuele machineomgeving die door de virtualisatiesoftware wordt geleverd.
2. Hostbesturingssysteem: Het hostbesturingssysteem is het onderliggende besturingssysteem dat op de fysieke hardware van het systeem of de server draait. Het fungeert als host voor de virtuele machines en beheert de toewijzing van bronnen, zoals CPU, geheugen, opslag en netwerkbandbreedte, aan de gastbesturingssystemen. Het hostbesturingssysteem is verantwoordelijk voor het controleren van de interactie tussen de hardware en de virtuele machines.
3. Virtualisatiesoftware (Hypervisor): De virtualisatiesoftware, ook wel hypervisor genoemd, is het kernonderdeel dat virtualisatie mogelijk maakt. Het bevindt zich tussen de fysieke hardware en de gastbesturingssystemen. De hypervisor creëert een virtuele omgeving voor elk gastbesturingssysteem, waardoor het zijn processen en programma's onafhankelijk kan uitvoeren. Het is verantwoordelijk voor het plannen en beheren van de bronnen tussen de verschillende virtuele machines en zorgt tegelijkertijd voor hun isolatie en veiligheid.
Samenvattend draaien de gastbesturingssystemen op virtuele machines die worden gehost op het onderliggende hostbesturingssysteem. De virtualisatiesoftware fungeert als interface tussen de fysieke hardware en de gastbesturingssystemen, voorziet hen van de nodige middelen en beheert de uitvoering ervan. Dankzij deze relatie kunnen meerdere besturingssystemen naast elkaar bestaan op één fysieke server of werkstation, waardoor het gebruik van bronnen wordt geoptimaliseerd en de flexibiliteit in IT-omgevingen wordt vergroot.