Een ballon blijft alleen opgeblazen als de druk in de ballon groter is dan de druk buiten de ballon. Naarmate de ballon stijgt, neemt de luchtdruk buiten de ballon af, waardoor de ballon uitzet. Deze uitzetting zorgt ervoor dat de druk in de ballon afneemt, waardoor de ballon uiteindelijk barst.
Als de ballon echter is gemaakt van een materiaal dat sterk genoeg is om de uitzetting te weerstaan, zal de ballon niet knappen. Een dergelijke ballon zou voor onbepaalde tijd opgeblazen kunnen blijven, op voorwaarde dat de luchtdruk buiten de ballon de druk binnen de ballon niet overschrijdt.
In de praktijk is het echter onmogelijk om een ballon te maken die sterk genoeg is om de uitzetting van de lucht in de ballon te weerstaan. Dit komt omdat het materiaal van de ballon oneindig sterk zou moeten zijn, wat onmogelijk is.
Daarom is het, hoewel het theoretisch mogelijk is om een ballon te maken die nooit naar beneden gaat en knalt, praktisch onmogelijk.