1. Juiste installatie :Zorg ervoor dat de opblaasbare carrousel op een vlakke en effen ondergrond wordt opgesteld. Een oneffen ondergrond of obstakels kunnen ervoor zorgen dat de carrousel verdraait en defect raakt.
2. Veilig tetheren :Zorg ervoor dat de carrousel goed is vastgemaakt en aan de grond is vastgemaakt met behulp van de meegeleverde palen en touwen. Losse verankering kan leiden tot torsie en verminderde stabiliteit.
3. Evenwichtige inflatie :Blaas de carrousel gelijkmatig op en zorg ervoor dat alle kamers gevuld zijn met de juiste hoeveelheid lucht. Ongelijkmatig opblazen kan ervoor zorgen dat de carrousel uit balans raakt en aan de binnenkant verdraait.
4. Controleer de richting :Controleer of de carrousel met de motorzijde naar de wind is geplaatst. Dit helpt de natuurlijke neiging van de carrousel om te draaien tegen te gaan.
5. Vermijd obstakels :Houd het gebied rond de carrousel vrij van obstakels, waaronder speelgoed, bladeren en andere voorwerpen die in het roterende mechanisme vast kunnen komen te zitten en ervoor kunnen zorgen dat het vastloopt of verdraait.
6. Regelmatige inspectie :Controleer regelmatig de carrousel terwijl deze in werking is, om er zeker van te zijn dat deze soepel draait. Als u tekenen van verdraaiing of storing opmerkt, stop dan de carrousel en inspecteer op eventuele obstakels of knopen.
7. Juiste opslag :Zorg er bij het opbergen van de opblaasbare carrousel voor dat deze volledig leeggelopen en netjes opgevouwen is. Vermijd opslag in een vochtige of warme omgeving om schade aan het materiaal te voorkomen.