```
v =√(2gh)
```
waar:
* v is de snelheid van het object in meter per seconde (m/s)
* g is de versnelling als gevolg van de zwaartekracht (9,8 m/s²)
* h is de hoogte van het object boven de grond in meters (m)
In dit geval is h =95 voet =28,95 meter. Als we deze waarde in de formule stoppen, krijgen we:
```
v =√(2 * 9,8 m/s² * 28,95 m) =19,6 m/s
```
Daarom zou een mens ongeveer 19,6 m/s, of 44 mijl per uur, afleggen als hij van een klif van 30 meter zou springen.