- Als wreker van het Zuiden: Booth geloofde dat de moord op Lincoln een noodzakelijke wraakactie was voor de nederlaag van het Zuiden in de burgeroorlog. Hij zag zichzelf als een martelaar voor de Zuidelijke zaak, en hij hoopte dat zijn daden anderen zouden inspireren om voor de zuidelijke onafhankelijkheid te vechten.
- Als verdediger van de rechten van staten: Booth was van mening dat de federale regering haar grenzen overschreed door zich te bemoeien met de rechten van individuele staten. Hij zag zichzelf als een voorvechter van de rechten van staten, en hij geloofde dat zijn daden gerechtvaardigd waren om het Zuiden te beschermen tegen federale tirannie.
- Als een man van eer: Booth geloofde dat hij eervol handelde door Lincoln te vermoorden. Hij zag Lincoln als een tiran en geloofde dat het zijn plicht was hem te doden om het land te redden. Booth geloofde ook dat hij zijn eigen leven opofferde voor het grotere goed, en hij zag zichzelf als een martelaar voor zijn zaak.
Natuurlijk waren de acties van Booth niet heroïsch in de traditionele zin van het woord. Hij doodde een ongewapende man in koelen bloede, en dat deed hij om politieke redenen. Booth geloofde echter oprecht dat hij het juiste deed, en hij zag zichzelf als een held in zijn eigen geest.