Tijdens een angiogram wordt een dunne, flexibele buis, een katheter genaamd, in een slagader of ader ingebracht en naar het gewenste gebied geleid. Via de katheter wordt vervolgens een contrastkleurstof geïnjecteerd, waardoor de bloedvaten zichtbaar worden op röntgenfoto's. De röntgenfoto's worden in realtime vastgelegd, waardoor de arts kan zien hoe het bloed door de bloedvaten stroomt en eventuele afwijkingen kan identificeren.
Een angiogram kan worden gebruikt om het volgende te evalueren:
1. Slagaders:Een angiogram van de slagaders kan helpen bij het diagnosticeren en behandelen van aandoeningen zoals coronaire hartziekte (blokkades in de slagaders die het hart van bloed voorzien), perifere aderziekte (vernauwing van de slagaders in de armen en benen) en halsslagader slagaderziekte (vernauwing van de slagaders die de hersenen van bloed voorzien).
2. Aderen:Een angiogram van de aderen kan helpen bij het diagnosticeren en behandelen van aandoeningen zoals diepe veneuze trombose (bloedstolsels in de diepe aderen van de benen of het bekken), longembolie (bloedstolsels in de longen) en spataderen (vergrote, gezwollen aderen).
3. Organen en weefsels:Angiografie kan ook worden gebruikt om de bloedtoevoer naar specifieke organen en weefsels, zoals de nieren, lever, longen en hersenen, te evalueren.
Naast diagnostische doeleinden kan angiografie ook worden gebruikt voor therapeutische interventies. Tijdens dezelfde procedure kunnen artsen de katheter gebruiken om verschillende behandelingen uit te voeren, zoals:
1. Angioplastiek:een procedure om vernauwde slagaders te verwijden door een kleine ballon in de slagader op te blazen.
2. Plaatsing van een stent:een procedure waarbij een klein gaasbuisje (stent) in een slagader wordt ingebracht om deze open te houden.
3. Trombectomie:een procedure om bloedstolsels uit slagaders of aders te verwijderen.
4. Embolisatie:een procedure om een bloedvat af te sluiten om het bloeden te stoppen of de bloedtoevoer naar een tumor te voorkomen.
Angiografie wordt doorgaans uitgevoerd in een ziekenhuisomgeving onder plaatselijke verdoving en duurt doorgaans ongeveer 30 minuten tot enkele uren, afhankelijk van de complexiteit van de procedure. Het biedt waardevolle informatie voor het diagnosticeren en behandelen van verschillende aandoeningen die de bloedvaten beïnvloeden.