1. Voorzichtigheid versus verzet: Ismene dringt er bij Antigone op aan voorzichtig te zijn en de bevelen van Creon om Polyneices niet te begraven niet te negeren. Ze maakt zich zorgen over de gevolgen en de mogelijke straffen en geeft prioriteit aan veiligheid boven principes. Antigone is daarentegen bereid alles te riskeren om haar broer een fatsoenlijke begrafenis te geven, wat haar onwrikbare plichtsbesef en het naleven van religieuze gebruiken demonstreert.
2. Conformiteit versus individualisme: Ismene vertegenwoordigt de neiging om maatschappelijke normen en verwachtingen te volgen. Ze is meer gericht op de maatschappelijke gevolgen en wat anderen zouden kunnen denken of zeggen. Antigone daarentegen demonstreert individualisme door haar eigen morele principes en overtuigingen voorrang te geven boven sociale regels en meningen. Ze is bereid om alleen te staan in haar overtuigingen en daarmee haar sterke morele karakter te laten zien.
3. Onderdanigheid versus assertiviteit: Ismene toont onderdanigheid aan autoriteit en maatschappelijke normen. Ze is niet assertief in het uiten van haar overtuigingen en lijkt meer bezig met het vermijden van problemen. Antigone is daarentegen assertief en onbevreesd in het uiten van haar overtuigingen en het opkomen voor wat zij als juist beschouwt.
4. Angst voor gevolgen versus morele plicht: Ismene wordt voornamelijk gemotiveerd door angst voor de gevolgen van het tarten van autoriteit. Ze maakt zich zorgen over de mogelijke straf en de schande die dit voor hun familie zou kunnen betekenen. Antigone laat zich echter leiden door haar morele plicht om haar broer te eren en de begrafenisrituelen uit te voeren, ongeacht de persoonlijke risico's die daarmee gepaard gaan.
Door Ismene als een tegenwicht voor Antigone te presenteren, creëert Sophocles een dynamisch contrast dat de kwaliteiten van Antigone benadrukt, zoals haar onwankelbare plichtsbesef, ontembare geest en bereidheid om voor haar principes op te komen, zelfs als ze met overweldigende tegenstand wordt geconfronteerd.