* vermogensverlies: Peter was een groot voorstander van autocratie en absolute heerschappij. Hij vreesde zijn macht en controle te verliezen, zowel voor interne oppositie als externe bedreigingen. Hij was achterdochtig over edelen die zich verzetten tegen zijn hervormingen, en hij behandelde meedogenloos met degenen die zijn autoriteit uitdaagden.
* Buitenlandse invasie: Rusland werd omringd door krachtige vijanden, waaronder Zweden, het Ottomaanse rijk en Polen-Litouwen. Peter was zich diep bewust van de constante dreiging van invasie en wijdde veel van zijn regering aan het versterken van het leger en het uitbreiden van de Russische grenzen.
* Stagnatie en achteruitgang: Peter was een vurige hervormer en hij vreesde dat Rusland achter andere Europese mogendheden zou raken als het stil bleef. Hij geloofde dat Rusland westerse innovaties moest moderniseren en aannemen om een sterke en welvarende natie te worden.
* Religieuze oppositie: Terwijl Petrus vele aspecten van de westerse cultuur omarmde, was hij ook op zijn hoede voor religieuze oppositie. Zijn hervormingen werden vaak als heiligschennis gezien door sommige leden van de orthodoxe kerk, en hij werd verschillende keren verzet tegen de geestelijkheid.
* Gebrek aan succes: Peter was een ambitieuze en vastberaden leider, en hij wenste diep succes in al zijn inspanningen. Hij vreesde dat zijn hervormingen zouden falen en dat Rusland geen grootheid zou bereiken.
Uiteindelijk waren de angsten van Peter geworteld in zijn verlangen om Rusland een grote macht op het wereldtoneel te zien worden. Hij was bereid om enige actie te ondernemen die nodig was om dit doel te bereiken, zelfs als het betekende dat hij tegenover oppositie en ontberingen werd geconfronteerd. Zijn nalatenschap is een complexe, maar zijn angst voor stagnatie en achteruitgang dreef hem waarschijnlijk om Rusland naar voren te duwen, zelfs als het betekende dat sommige van zijn traditionele waarden en overtuigingen opofferen.