1. Het aanbieden van platitudes of clichés: Groepsleden kunnen generiek of te eenvoudig advies geven dat de onderliggende problemen niet aanpakt. Iemand zou bijvoorbeeld kunnen zeggen:'Ontspan maar en maak je er geen zorgen over', of 'De tijd heelt alle wonden.' Hoewel deze uitspraken tijdelijke troost kunnen bieden, helpen ze de persoon niet effectief met zijn problemen om te gaan.
2. Snelle oplossingen voorstellen: Groepsleden kunnen onmiddellijke oplossingen voorstellen zonder rekening te houden met de complexiteit van de situatie. Iemand zou bijvoorbeeld kunnen zeggen:'Je moet gewoon je baan opzeggen en naar een nieuwe stad verhuizen', of 'Je moet op vakantie gaan om je hoofd leeg te maken.' Hoewel deze suggesties misschien aantrekkelijk lijken, zijn ze mogelijk niet praktisch of relevant voor de specifieke omstandigheden van de persoon.
3. Problemen minimaliseren: Groepsleden kunnen proberen de ernst van iemands problemen te bagatelliseren of te negeren. Het kan daarbij gaan om uitspraken als:'Iedereen maakt moeilijke tijden door' of 'Het is niet zo'n groot probleem.' Hoewel het nuttig kan zijn om een gevoel van perspectief te bieden, kan het minimaliseren van iemands problemen diens gevoelens ontkrachten en hem ervan weerhouden zijn ervaringen volledig te onderzoeken.
4. Het onderwerp wijzigen: Groepsleden kunnen proberen te voorkomen dat ze zich verdiepen in moeilijke of gevoelige onderwerpen door van onderwerp te veranderen. Dit kan inhouden dat de aandacht wordt afgeleid naar niet-gerelateerde zaken of dat er nieuwe onderwerpen worden geïntroduceerd die minder emotioneel geladen zijn. Hoewel het veranderen van onderwerp tijdelijke verlichting kan bieden, verhindert het dat de groep de problemen die zich voordoen volledig kan aanpakken.
Pleisters kunnen problematisch zijn in groepstherapie, omdat het het vermogen van de groep belemmert om betekenisvol onderzoek te doen en problemen op te lossen. Het kan ook een omgeving creëren waarin dieper emotioneel werk wordt vermeden of ontmoedigd, waardoor groepsleden niet volledig kunnen profiteren van het therapeutische proces.
Om dit probleem aan te pakken, kunnen groepstherapeuten groepsleden aanmoedigen om:
- Wees eerlijk over hun gevoelens en ervaringen.
- Deel hun gedachten en perspectieven, ook al zijn ze anders dan anderen.
- Wees respectvol voor de ervaringen van anderen en vermijd het maken van aannames.
- Blijf gefocust op het huidige moment en de kwesties die worden besproken.
- Wees bereid om moeilijke emoties en ervaringen te onderzoeken.
Door een ondersteunende en open omgeving te bevorderen, kunnen groepstherapeuten het gebruik van pleisters helpen minimaliseren en groepsleden aanmoedigen om dieper en betekenisvoller werk te doen.