Marchingbands speelden een cruciale rol in de vroege ontwikkeling en verspreiding van jazzmuziek. Hier ziet u hoe zij hebben bijgedragen:
1. Herkomst: Jazzmuziek ontstond eind 19e en begin 20e eeuw in Afro-Amerikaanse gemeenschappen in het zuiden van de Verenigde Staten. In die periode waren fanfares erg populair in deze gemeenschappen, vaak 'brassbands' of 'militaire bands' genoemd. Deze bands traden regelmatig op tijdens parades, vieringen en andere gemeenschapsevenementen.
2. Vroege jazzpioniers: Veel prominente vroege jazzmuzikanten, zoals Louis Armstrong, Charlie Parker en Dizzy Gillespie, kregen hun start in fanfares. Ze leerden hun instrumenten bespelen en ontwikkelden hun muzikale vaardigheden binnen deze bands, die een platform vormden waar hun talenten konden worden gekoesterd.
3. Improvisatie en call-and-response: Marcherende bands maakten vaak gebruik van call-and-response-patronen en moedigden muzikanten aan om te improviseren en te solo tijdens optredens. Deze praktijken legden de basis voor het improvisatiekarakter dat centraal staat in jazzmuziek.
4. Ritmische patronen: De ritmische basis van fanfaremuziek, met zijn sterke beats en gesyncopeerde patronen, droeg bij aan de ontwikkeling van de ritmische complexiteit die kenmerkend is voor jazz.
5. Ensemblespel: Marcherende bands bevorderden een gevoel van teamwerk, discipline en ensemblespelvaardigheden. Deze vaardigheden werden later door jazzmuzikanten toegepast toen ze kleine groepen en bigbands vormden.
6. Mobiliteit en draagbaarheid: Marcherende bands konden zich gemakkelijk van de ene plaats naar de andere verplaatsen, waardoor ze zeer geschikt waren voor het verspreiden van jazzmuziek naar verschillende regio's. Ze dienden als mobiele ambassadeurs en brachten de klanken van de jazz buiten de grenzen van de gemeenschappen waar deze werd geboren.
7. Culturele uitwisseling: Marcherende bands speelden een cruciale rol bij het bevorderen van culturele uitwisseling tussen verschillende gemeenschappen en etnische groepen in de Verenigde Staten. Door op verschillende evenementen en locaties op te treden, bereikten ze een breder publiek en lieten ze mensen kennismaken met verschillende muzikale tradities.
8. Invloed op instrumentatie: De instrumenten die gewoonlijk in fanfares worden gebruikt, zoals trompetten, trombones, saxofoons en klarinetten, werden een integraal onderdeel van de instrumentatie van jazzensembles.
Over het geheel genomen speelden marcherende bands een belangrijke rol bij het bieden van een vruchtbare omgeving waarin jazzmuziek kon groeien, door muzikanten de kans te bieden hun vaardigheden te ontwikkelen, met nieuwe geluiden te experimenteren en hun muziek met de wereld te delen.