- Glissandos: Dit zijn snelle, glijdende passages die gespeeld worden door de vingers snel over de toetsen te bewegen.
- Tremolo's: Dit zijn snelle, afwisselende noten die worden gespeeld door de vingers heen en weer te bewegen tussen twee noten.
- Arpeggio's: Dit zijn akkoorden die gespeeld worden door de noten van het akkoord één voor één te spelen.
- Octaven: Dit zijn twee noten die samen worden gespeeld, één octaaf uit elkaar.
- Dubbele octaven: Dit zijn twee octaven die samen worden gespeeld.
- Akkoorden: Dit zijn groepen van drie of meer noten die samen worden gespeeld.
Dit zijn slechts enkele van de vele idiomatische speeltechnieken die op de piano kunnen worden gebruikt. Door deze technieken onder de knie te krijgen, kunnen pianisten een werkelijk uniek en expressief geluid creëren.
Hier volgen enkele aanvullende idiomatische speeltechnieken die vaak op de piano worden gebruikt:
- Trappen: Dit is het gebruik van de pedalen om de duurzaamheid van noten te regelen.
- Handpositie: Dit is de manier waarop de handen op het toetsenbord worden geplaatst.
- Raak aan: Dit heeft betrekking op de manier waarop de toetsen worden ingedrukt.
- Frasering: Dit is de manier waarop de noten worden gegroepeerd in muzikale frasen.
- Dynamiek: Dit verwijst naar de manier waarop het volume van de muziek wordt gevarieerd.
Door al deze elementen te combineren, kunnen pianisten een werkelijk unieke en expressieve uitvoering creëren.