Indiase muziek wordt gekenmerkt door zijn complexe ritmische structuren en cyclisch karakter. Taals zijn ritmische cycli met een specifiek patroon van beats en tijdseenheden, bekend als "vibhags". Deze cycli worden gekenmerkt door hun aantal tellen, de opstelling van vibhags en de plaatsing van accenten en rusten.
Veel voorkomende tempo's die in Indiase muziek worden gebruikt, zijn onder meer:
1. Teentaal (16-beatcyclus): Dit is een van de meest voorkomende talen die worden gebruikt in de Indiase klassieke, volks- en populaire muziek. Het bestaat uit 16 tellen, verdeeld in vier gelijke delen (4 + 4 + 4 + 4), waarbij de eerste tel van elk deel wordt geaccentueerd.
2. Ektal (12-beatcyclus): Ektal is een andere populaire taal met 12 tellen verdeeld in drie gelijke delen (4 + 4 + 4). Net als Teentaal wordt de eerste tel van elk deel geaccentueerd.
3. Jhaptal (cyclus van 10 slagen): Jhaptal is een levendige taal bestaande uit 10 tellen verdeeld in twee ongelijke delen (3 + 7). Het wordt vaak gebruikt in dansvormen als Kathak en staat bekend om zijn energieke ritmische patronen.
4. Dadra (cyclus van 6 slagen): Dadra is een veelgebruikte taal in lichte klassieke en volksmuziek. Het bestaat uit zes tellen verdeeld in twee delen (3 + 3) en heeft een sierlijk, vloeiend ritme.
5. Rupak (cyclus van 7 slagen): Rupak is een taal met een cyclus van 7 slagen, verdeeld in drie delen (2 + 2 + 3). Het wordt vaak gebruikt in dhrupad, een meditatieve stijl van Indiase klassieke muziek.
Dit zijn slechts enkele voorbeelden van de vele talen die in de Indiase muziek worden gebruikt. Elke taal creëert een duidelijk ritmisch gevoel en beïnvloedt de algehele sfeer en het karakter van de muzikale compositie. Ervaren muzikanten en dansers ontwikkelen een diepgaand begrip van deze ritmes en gebruiken ze als raamwerk voor improvisatie, expressie en genuanceerde muziek.