Lycantropie en transformatie :De film duikt in het concept van lycantropie en de transformatie van een mens in een weerwolf. Het onderzoekt de fysieke, psychologische en sociale veranderingen die de hoofdpersoon, Anna, ondergaat als ze een weerwolf wordt, en de worstelingen waarmee ze wordt geconfronteerd bij het beheersen van haar nieuwe aard.
Dierlijke instincten en identiteitscrisis :De transformatie in een weerwolf vertegenwoordigt een verlies van controle en een verschuiving naar oerdierinstincten. Anna worstelt met haar dubbele identiteit als mens en weerwolf, terwijl ze worstelt om haar zelfgevoel te behouden terwijl ze vecht tegen haar beestachtige driften.
Liefde en opoffering :Te midden van de horror onderzoekt de film de thema's liefde, opoffering en de moeite die je doet om degenen om wie je geeft te beschermen. Anna's relatie met haar man en dochter drijft haar daden en opofferingen, waardoor een diep emotionele kern in het verhaal ontstaat.
Sociale outcasts en marginalisering :De status van de weerwolf als buitenstaander in de samenleving weerspiegelt bredere thema's van marginalisering en uitsluiting. Anna wordt geconfronteerd met discriminatie en angst van de mensen om haar heen, wat tragische gevolgen heeft.
Verlies van onschuld en trauma :Het expliciete geweld en de verontrustende beelden van de film brengen een gevoel van verlies van onschuld en de blijvende impact van trauma over. De personages worden achtervolgd door hun ervaringen, voor altijd veranderd door de verschrikkingen waarvan ze getuige zijn.
Moraliteit en menselijke natuur :Le Loup-Garou zet het publiek ertoe aan de grenzen van de moraliteit en het potentieel voor duisternis binnen de mensheid in twijfel te trekken. Het onderzoekt de spanning tussen de beschaafde samenleving en de ongetemde, gewelddadige aspecten van de menselijke natuur.