In de tabulatuur wordt elke snaar van het instrument weergegeven door een horizontale lijn. De cijfers op de lijnen geven aan welke fret op die snaar moet worden gedrukt. Een "0" betekent bijvoorbeeld dat je de snaar open moet spelen (zonder op een fret te drukken), een "1" betekent dat je op de eerste fret drukt, een "2" betekent dat je op de tweede fret drukt, enzovoort.
De tablatuur kan ook andere symbolen bevatten, zoals "h" voor hameren, "p" voor aftrekken en "b" voor buigen.
Hier is een voorbeeld van een gitaartabulatuur:
```
E|------------------|
EEN|------------------|
D|-----2---------4---|
G|----2----3-----5---|
B|--0--------3-------|
E|------------------|
```
Deze tabulatuur toont de akkoorden G en D. Het G-akkoord wordt gespeeld door op de 3e fret van de D-snaar te drukken, de 2e fret op de G-snaar en de 0e fret op de B-snaar. Het D-akkoord wordt gespeeld door op de 2e fret van de A-snaar, de 3e fret op de D-snaar en de 2e fret op de G-snaar te drukken.
Tablatuur is een eenvoudige en gemakkelijk leesbare vorm van muzieknotatie. Het is vooral handig voor beginners die nog de noten op een muziekinstrument leren.