1. Programmatische muziek:
- Vivaldi probeerde door middel van muziek scènes en emoties weer te geven die bij elk seizoen horen, waardoor een vorm van programmatische muziek ontstond. Elk concert heeft verschillende muzikale thema's en affecten om de essentie van het seizoen dat het vertegenwoordigt op te roepen.
2. Gebruik van tempo en ritme:
- Vivaldi gebruikte contrasterende tempo's om verschillende aspecten van de seizoenen weer te geven. "Spring" bevat bijvoorbeeld snelle, levendige ritmes die vogelgezang suggereren, terwijl "Winter" langzamere, somberdere passages bevat die huivering in de kou uitdrukken.
3. Beschrijvende titels (sonnetten):
- Elk concert wordt gecombineerd met een beschrijvend sonnet, waardoor de luisteraar een literair programma krijgt. De sonnetten verbeelden visuele beelden, emoties en geluiden van de seizoenen en geven richting aan de muzikale interpretatie.
4. Solo viool en orkest:
- Vivaldi benadrukte de soloviool en toonde zijn virtuositeit en expressieve mogelijkheden. De viool is vaak in dialoog met het orkest en vertegenwoordigt een menselijke stem te midden van de natuurlijke wereld.
5. Instrumentele vertegenwoordiging:
- Vivaldi kende specifieke instrumenten toe om elementen van de natuur weer te geven, zoals het ruisen van een beek, het fluiten van vogels of het huilen van de winterwind.
6. Concertovorm en structuur:
- Vivaldi gebruikte de traditionele driedelige concertvorm (snel-langzaam-snel), maar hij voegde er zijn unieke accenten aan toe, zoals een langzaam openingsdeel in 'Winter' dat bevroren landschappen uitbeeldt.
7. Harmonische effecten:
- Vivaldi gebruikte ongebruikelijke harmonieën en dissonanten om spanning, opwinding en een gevoel van realisme te creëren bij het weergeven van stormen en andere weersomstandigheden.
8. Dynamische contrasten:
- Hij manipuleerde vakkundig de dynamiek om de sfeer en het drama van de muziek te versterken, met plotselinge verschuivingen van hard naar zacht en omgekeerd.
9. Virtuoze passages:
- Vivaldi's solo-vioolschrijven bevat uitdagende technische passages, snelle figuraties en ingewikkelde versieringen, wat zowel zijn vaardigheid als violist als componist demonstreert.
10. Vogelimitaties:
- Vivaldi's scherpe observatie van de natuur inspireerde hem om vogelimitaties in de muziek te verwerken. In 'Spring' bootst hij bijvoorbeeld de liederen van verschillende vogels na met de soloviool.
11. Grondbas:
- In het langzame deel van "Winter" gebruikt Vivaldi een basso ostinato (grondbas) techniek, waarbij een herhaalde baslijn een consistente structuur biedt voor variaties en melodische ontwikkelingen.
12. Affectieve expressie:
- Vivaldi's gebruik van contrasterende dynamieken, texturen en thema's stelde hem in staat een scala aan emoties over te brengen, van vreugde en opwinding tot melancholische en vredige toestanden, die de veranderende stemmingen en sferen van de seizoenen weerspiegelden.