1. Je viool stemmen
Zorg ervoor dat je viool gestemd is voordat je gaat spelen met behulp van een stemvork of een elektronisch stemapparaat. Stem de snaren op de volgende toonhoogtes:
- G-snaar:G4
- D-snaar:D4
- Een touwtje:A4
- E-snaar:E5
2. De noten en vingerzetting begrijpen
De belangrijkste noten van het nummer zijn onder meer:
- G4
- A4
- B4
- C5
- D5
- E5
- F#5
De vingerzetting voor deze noten op de viool is als volgt:
- G4:2e vinger op de D-snaar
- A4:3e vinger op de D-snaar
- B4:1e vinger op de A-snaar
- C5:2e vinger op de A-snaar
- D5:3e vinger op de A-snaar
- E5:Open E-snaar
- F#5:1e vinger op de E-snaar
3. De hoofdmelodie spelen
De hoofdmelodie van het nummer begint met de volgende reeks:
- G4
- A4
- B4
- C5
- D5
- E5
- F#5
- D5
- C5
4. Het couplet afspelen
Na de hoofdmelodie volgt het couplet. De opmerkingen bij het vers zijn als volgt:
- G4
- A4
- B4
- C5
- D5
- E5
- F#5
- D5
- C5
- B4
- D5
- E5
- F#5
- D5
- C5
5. Het refrein spelen
Het refrein van het nummer volgt dezelfde notenvolgorde als het couplet.
6. Bridge en outro spelen
De brug en outro zijn qua noten en vingerzettingen vergelijkbaar met het couplet en refrein.
7. Oefenen en verfijnen
Nadat u de basisnoten en vingerzettingen heeft geleerd, kunt u doorgaan met het oefenen van het nummer om uw timing, expressie en algemene uitvoering te verbeteren.
Vergeet niet dat het belangrijk is om aandacht te besteden aan de muzikale frasering, dynamiek en articulatiemarkeringen om de beoogde emotie en het gevoel van het nummer vast te leggen.