1. Systeem realtime berichten :
- MIDI 1.0 definieerde slechts één real-time systeembericht, de "Song Position Pointer", die werd gebruikt om de huidige positie in een MIDI-reeks aan te geven.
- MIDI 2.0 introduceerde aanvullende real-time systeemberichten, waaronder Start, Stop, Continue, Clock, Clock Start en Active Sensing, wat meer controle- en synchronisatiemogelijkheden biedt.
2. MIDI-kanaaldruk :
- MIDI 1.0 bevatte geen MIDI Channel Pressure-berichten.
- MIDI 2.0 introduceerde MIDI Channel Pressure-berichten, waardoor controle over de algehele dynamiek voor een specifiek MIDI-kanaal mogelijk werd, waardoor expressiviteit aan optredens werd toegevoegd.
3. MIDI-pitchbendbereik :
- MIDI 1.0 beperkte het pitchbendbereik tot twee halve tonen in beide richtingen.
- MIDI 2.0 breidde het pitchbendbereik uit tot ±8191 microtonen (ongeveer -2 octaven tot +2 octaven), waardoor een fijnere controle over de pitchbend ontstaat.
4. MIDI polyfone toetsaanslag :
- MIDI 1.0 ondersteunde geen polyfone toetsdrukberichten.
- MIDI 2.0 heeft MIDI Polyphonic Key Pressure-berichten toegevoegd, waardoor controle mogelijk is over de druk die wordt uitgeoefend op individuele noten van een polyfonisch instrument, waardoor het niveau van expressiviteit wordt verhoogd.
5. Universeel niet-realtime systeemexclusief bericht :
- MIDI 2.0 introduceerde het Universal Non-Realtime System Exclusive Message, waardoor de overdracht van grote hoeveelheden gegevens tussen MIDI-apparaten voor verschillende doeleinden mogelijk is, zoals uitgebreide besturingsparameters of de overdracht van voorbeeldgegevens.
6. Algemene MIDI-standaard :
- MIDI 2.0 omvatte de General MIDI Standard, die een reeks gestandaardiseerde instrumentgeluiden en percussietoewijzingen voor MIDI-weergave definieerde, waardoor een consistente geluidsweergave op verschillende apparaten werd gegarandeerd.
7. MIDI-machinebesturing (MMC) :
- MIDI 2.0 introduceerde MIDI Machine Control (MMC), een protocol voor het besturen van bandrecorders, cd-spelers en andere externe apparaten die met MIDI zijn gesynchroniseerd.
Over het geheel genomen hebben de MIDI 2.0-specificaties de mogelijkheden en functionaliteit van MIDI aanzienlijk uitgebreid, waardoor meer controle, expressiviteit en standaardisatie voor MIDI-apparaten en -toepassingen werd geboden. Hoewel MIDI 1.0-apparaten nog steeds kunnen communiceren met MIDI 2.0-apparaten, vereisen de verbeterde functies van laatstgenoemde compatibele MIDI-apparaten om volledig te kunnen profiteren van de verbeteringen.