Arts >> Kunst en amusement >  >> muziek >> Muziek Basics

Wat is het antwoord op muziektheorie in de praktijk graad 3 pagina's 37-40?

37. Intervallen

1. Noem het interval dat elk paar noten vormt en of ze stijgend of dalend zijn.

a) C tot F# - reine kwart, oplopend

b) G# tot Eb - kleine septiem, aflopend

c) A tot G - kleine secunde, aflopend

2. Transporteer de intervallen van vraag 1 naar de volgende nieuwe sleutels.

a) C tot F#:F# tot B

b) G# tot Eb:A tot D#

c) A tot G:Bb tot G

38. Triades

1. Geef voor elk van de volgende drieklanken aan of ze groot, klein of verminderd zijn.

a) C - E - G:majeur

b) Es - Gb - Bb:mineur

c) F - A - Db:verminderd

2. Maak van de drieklanken in vraag 1 de eerste omkering van elke drieklank.

a) C - E - G:E - G - C

b) Eb - Gb - Bb:Gb - Bb - Es

c) F - A - Db:A - Db - F

3. Componeer een melodie die de drieklanken uit vraag 1 bevat.

39. Melodische analyse

1. Identificeer de functie van elke noot in de melodie met behulp van Romeinse cijfers.

1 3 5 | 1 3 5 | 6 4 2 | 5 6 1

I III V | I III V | vi iv II | V vi I

40. Melodieuze compositie

1. Componeer een melodie die de melodische functies bevat die worden beschreven in de volgende Romeinse cijferreeks:I – IV – I – V – IV – I

Muziek Basics

Verwante categorieën