---
Zelfstandig naamwoord:
* Een kleine fluit (_piccolofluit_) ongeveer half zo groot als een standaard dwarsfluit.
* Elk van verschillende andere kleine muziekinstrumenten, zoals de _piccolo-klarinet_ of _piccolo-trompet_
Bijwoord:
*Iets kleiner dan normaal
Voorbeelden:
* De piccolo is een lid van de houtblazersfamilie van muziekinstrumenten.
* Het hoge geluid van de piccolo wordt vaak gebruikt om een heldere, doordringende kwaliteit toe te voegen aan orkestmuziek.
* Piccolo wordt ook gebruikt als bijvoeglijk naamwoord om iets kleins of onbelangrijks te beschrijven, zoals in _"Ze hadden een _piccolo_leven in een _piccolo_stad"_ (Wallace Stenger).