* Syrinx, speciaal gecomponeerd voor solofluit, is een onbegeleid stuk dat de lyrische kwaliteiten van de fluit laat zien. Het staat bekend om zijn veeleisende technische passages en vereist dat de fluitist uitzonderlijke controle heeft over zijn adem, vingerzetting en articulatie.
2. Dichtheid 21,5 door Edgar Varèse (1936)
* Density 21.5 is een complex en experimenteel werk dat wordt geprezen als een van de belangrijkste muziekstukken van de 20e eeuw. De fluitist moet extreem hoge en lage noten spelen en verschillende uitgebreide technieken produceren, zoals flutter-tonguing, multiphonics en glissandi.
3. Pierrot Lunaire door Arnold Schönberg (1912)
* Pierrot Lunaire is een uitdagend vocaal en instrumentaal werk dat elementen van expressionisme, atonaliteit en Sprechstimme bevat. De fluitpartij is ingewikkeld en veeleisend, waardoor de fluitist complexe ritmes en vaak snelle tempowisselingen moet uitvoeren.
4. Sonate voor fluit en piano door Paul Hindemith (1936)
* De sonate van Hindemith is een neoklassiek werk dat bekend staat om zijn veeleisende technische passages en contrapuntische texturen. De fluitpartij is vooral een uitdaging vanwege het gebruik van uitgebreide technieken, zoals harmonischen, flutter-tonging en glissandi.
5. Concerto voor fluit, strijkers en percussie door Luciano Berio (1973)
* Berio's concerto is een zeer virtuoos werk dat van de fluitist uitzonderlijke technische vaardigheden en uithoudingsvermogen vereist. Het stuk bevat complexe ritmes, snelle tempowisselingen en een breed scala aan uitgebreide technieken.