De suling is een soort bamboefluit die traditioneel wordt bespeeld in de Indonesische gamelanorkesten, dit zijn ensembles van percussie, gongs en metallofoons. Het is meestal gemaakt van zwarte bamboe en heeft een eenvoudige constructie, met een cilindrische vorm, aan beide uiteinden open, en heeft doorgaans zeven vingergaten en één duimgat.
De suling is een van de oudste muziekinstrumenten die de mensheid kent. Het is gevonden op oude Indonesische archeologische vindplaatsen, die dateren uit de 1e eeuw na Christus. Het is afgebeeld in bas-reliëfs op de Candi Borobudur, een 9e-eeuws boeddhistisch monument in Midden-Java, Indonesië. Dit suggereert dat de suling al minstens 2000 jaar deel uitmaakt van de Indonesische muziekcultuur.
Door de eeuwen heen is de suling in verschillende regio’s van Indonesië een prominent instrument geworden. Verschillende gamelanensembles en regionale orkesten gebruiken de suling als primair melodisch instrument. Het wordt veel gebruikt in de Javaanse, Balinese en Sundanese gamelan, waar het vaak wordt gespeeld naast andere traditionele instrumenten zoals de kendang (drum), gong en gender (metallofoon).
Naast het gebruik ervan in gamelan, wordt de suling ook gespeeld in volks- en populaire muziek, zowel traditioneel als hedendaags, in heel Indonesië. De expressieve en veelzijdige klank maakt het een favoriet instrument voor solo-optredens en improvisaties, waardoor een breed scala aan muziekstijlen en interpretaties mogelijk is.
Tegenwoordig is de suling nog steeds een symbool van het Indonesische muzikale erfgoed en blijft het een essentieel onderdeel van de rijke en diverse muziektradities van het land. Het heeft ook internationale erkenning gekregen en wordt door muzikanten over de hele wereld gebruikt, wat bijdraagt aan de wereldwijde populariteit van de Indonesische muziek en cultuur.