Zingen was een veel voorkomende vorm van muzikale expressie onder tot slaaf gemaakte individuen, vaak voortkomend uit gemeenschappelijke activiteiten zoals werk of religieuze bijeenkomsten. Vooral spirituals waren cruciaal bij het verwoorden van het geloof en de veerkracht die de tot slaaf gemaakte gemeenschap voedden. Veel spirituals bevatten gecodeerde taal, die een subversief kanaal vormde voor het uiten van ontevredenheid of het streven naar vrijheid.
Muziek diende niet alleen als emotionele uitlaatklep, maar werd ook een instrument van verzet en empowerment. Drummen, dat vaak verweven was met spirituele praktijken, speelde een cruciale rol bij het opbouwen van solidariteit en het organiseren van verzet. Ritmes en melodieën droegen cruciale boodschappen over en brachten informatie over geplande opstanden, ontsnappingen en organisatietactieken over.
Met name was muziek niet beperkt tot privé- of clandestiene omgevingen. Tot slaaf gemaakte individuen gebruikten het als een middel om met de bredere samenleving te communiceren, waardoor raciale verschillen tot op zekere hoogte werden overbrugd. De opkomst van muziekgenres die sterk beïnvloed zijn door de bijdragen van tot slaaf gemaakte artiesten, zoals blues en jazz, demonstreerde hun vindingrijkheid, creativiteit en vastberadenheid om ondanks de mensonterende omstandigheden een culturele aanwezigheid te behouden.
Over het geheel genomen bood muziek niet alleen emotionele troost aan de slaven, maar versterkte het ook de banden van de gemeenschap, inspireerde het tot weerstand en bood het nieuwe mogelijkheden voor zelfexpressie en het beïnvloeden van de bredere samenleving. Het was een belangrijke kracht die de grenzen van slavernij overstijgt en hun menselijkheid, creativiteit en blijvende geest bevestigt.