- Klarinet en saxofoon
- Fluit en blokfluit
- Trompet en trombone
- Viool en altviool
- Cello en contrabas
Elk van deze instrumenten heeft een uniek geluid, maar ze kunnen allemaal vergelijkbare tonen en melodieën produceren. Dit komt door het feit dat ze allemaal op dezelfde manier worden gespeeld en een vergelijkbare constructie hebben. De klarinet en de saxofoon worden bijvoorbeeld allebei bespeeld door lucht in een mondstuk te blazen, en ze hebben allebei één enkel riet. Hierdoor krijgen ze een soortgelijk geluid.