1. Embouchure:
- Begin met het instellen van uw embouchure, waarbij u het mondstuk tussen uw lippen plaatst.
- Je onderlip moet het grootste deel van het riet bedekken, terwijl de bovenlip er zachtjes bovenop rust.
2. Haal diep adem:
- Begin met diep adem te halen door je neus om je longen voor te bereiden.
3. Betrek uw middenrif:
- Adem in met behulp van uw middenrif, waarbij u uw buik uitzet in plaats van uw borst. Dit zal u helpen uw luchtstroom beter te beheersen.
4. Blaas gestaag:
- Terwijl u uitademt, blaast u met constante druk lucht in het mondstuk.
- Houd uw lippen stevig maar ontspannen rond het mondstuk.
5. Gebruik een continue luchtstroom:
- Zorg voor een constante luchtstroom zonder plotselinge uitbarstingen of onderbrekingen. Visualiseer bellenblazen door uw instrument.
6. Ondersteun uw toon:
- Concentreer u op het gebruik van de luchtdruk van uw middenrif om de toon te ondersteunen, in plaats van uitsluitend op uw lippen of mondspieren te vertrouwen.
7. Oefen adembeheersing:
- Oefen lange tonen om controle over je ademhaling te ontwikkelen.
- Begin met het aanhouden van een noot gedurende een paar seconden en verhoog geleidelijk de duur van elke noot naarmate uw ademhalingsbeheersing verbetert.
8. Blijf ontspannen:
- Houd rekening met eventuele spanning in uw lichaam, vooral rond uw nek, schouders en kaak. Blijf ontspannen en laat de lucht op natuurlijke wijze stromen.
Onthoud dat het spelen van de altsaxofoon een combinatie van adembeheersing, embouchure en vingerzettingstechniek vereist. Het is het beste om regelmatig te oefenen en lessen te nemen van een gekwalificeerde instructeur om je algehele saxofoontechniek te verbeteren.