1. Heilige polyfonie :Religieuze muziek was het dominante genre tijdens de Renaissance. Missen en motetten waren de belangrijkste vormen van heilige polyfonie (meerstemmige vocale muziek). Vlaamse componisten als Josquin des Prez blonken uit in deze stijl.
2. Seculiere polyfonie :Ook wereldlijke muziek bloeide. Frotollas, madrigalen en chansons waren polyfone vocale stukken die varieerden van liefdesliederen en pastorale stukken tot satirische werken.
3. Instrumentele muziek :Terwijl de meeste renaissancemuziek vocaal was, begon instrumentale muziek aan belang te winnen. Dansen en fantasieën waren populaire instrumentale genres. Snaarinstrumenten zoals de luit en de gamba, maar ook toetsinstrumenten waren prominent aanwezig.
4. Opkomst van patronage De kerk en de adellijke hoven fungeerden als beschermheer voor componisten en muzikanten, wat leidde tot de groei van het professionele muzikaal vakmanschap en de oprichting van muziekinstellingen.
5. Humanisme en oudheid :De focus van de Renaissance op het humanisme en de herontdekking van de klassieke literatuur hadden ook een impact op de muziek. Componisten verwerkten klassieke thema's en compositietechnieken in hun werken, wat leidde tot de ontwikkeling van motetten en madrigalen geïnspireerd door oude teksten.
6. Druk en publicatie :De uitvinding van de boekdrukkunst maakte het mogelijk bladmuziek en verzamelingen werken uit te geven, wat bijdroeg aan de verspreiding van muziek en nieuwe compositiestijlen over de regio's.
7. Nationale stijlen :Hoewel er een algemene Europese muziekstijl bestond, begonnen er tijdens de late Renaissance verschillende nationale stijlen te ontstaan. Engelse, Franse en Duitse componisten ontwikkelden unieke kenmerken in hun muziek.
8. Het begin van Opera :Tegen het einde van de Renaissance ontstonden vroege vormen van opera, vooral in Italië. "Intermezzi" en madrigaalkomedies legden de basis voor de uitgebreide theatrale producties die later de barokperiode zouden bepalen.
9. Dansen en instrumentale technieken :Populaire renaissancedansen omvatten galliards, allemandes en pavans, die vaak werden uitgevoerd met ensembles met violen en andere instrumenten. Componisten onderzochten ook innovatieve technieken zoals scordatura (het veranderen van de snaarstemming) en virtuoze divisies (variaties) in instrumentale muziek.
Toen de Renaissance overging in de barokperiode werd de basis gelegd voor verdere ontwikkelingen in muziekstijlen, wat leidde tot de opkomst van nieuwe vormen en genres die een onuitwisbare stempel drukten op de westerse klassieke muziek.