* Ze zijn gemakkelijker te piekeren. De bovenste twee snaren zijn dunner dan de onderste vier, waardoor je ze gemakkelijker met je vingers kunt aandrukken. Dit is vooral belangrijk voor beginners die hun vingerkracht nog aan het ontwikkelen zijn.
* Ze hebben een helderder geluid. De bovenste twee snaren produceren een helderder, meer hoog-y geluid dan de onderste vier snaren. Dit maakt ze ideaal voor het spelen van melodieën en leads.
* Ze zijn beter voor slaan en knallen. Slapping en popping zijn twee veelgebruikte basgitaartechnieken waarbij je met je duim op de snaren slaat en er met je vingers aan trekt. De bovenste twee snaren zijn bij uitstek geschikt voor deze technieken, omdat ze gemakkelijk te fretten zijn en een helder geluid hebben.
Dit betekent natuurlijk niet dat de onderste vier snaren van een basgitaar niet belangrijk zijn. Ze spelen een cruciale rol bij het leggen van de basis voor de muziek. De bovenste twee snaren worden echter vaak vaker gebruikt omdat ze gemakkelijker te bespelen zijn en een helderder geluid hebben.