De toonhoogte van een gitaarsnaar wordt bepaald door de spanning, lengte en massa.
* Spanning: Hoe strakker de snaar, hoe hoger de toonhoogte.
* Lengte: Hoe korter de snaar, hoe hoger de toonhoogte.
* Massa: Hoe zwaarder de snaar, hoe lager de toonhoogte.
Bij twee snaren die van hetzelfde materiaal zijn gemaakt en dezelfde spanning hebben, zal de kortere snaar de hogere toonhoogte hebben. Dit komt doordat de kortere snaar minder massa heeft dan de langere snaar en daardoor sneller trilt.