De term 'lage vinger' wordt doorgaans gebruikt in tegenstelling tot 'hoge vinger', wat duidt op het spelen op snaren met een hogere toonhoogte (E-snaar). Het specifieke gebruik van de term hangt af van de context en de gebruikte techniek.
Hier zijn een paar scenario's waarin de term 'lage vinger' zou kunnen worden gebruikt:
1. Vingerplaatsing :Over het algemeen krijgen de vingers van de linkerhand specifieke posities op de toets toegewezen, waarbij de wijsvinger meestal op de dichtstbijzijnde (tweede) helft van de snaar wordt geplaatst (dichter bij de vloer), de middelvinger op de middelste helft, de ring vinger op de tweede helft van de volgende hogere snaar (weg van de vloer), en de pinkvinger op de dichtstbijzijnde helft van diezelfde snaar. In bepaalde situaties kunnen violisten de vingers echter op verschillende snaren gebruiken of op een iets andere manier plaatsen.
2. Verschuivingen :Bij verschuivingen worden de vingers van de ene positie op de snaar naar de andere verplaatst. Een "lage vingerverschuiving" zou verwijzen naar het verplaatsen van de vingers naar een snaar met een lagere toonhoogte, terwijl hun relatieve posities behouden blijven. Het verschuiven van de tweede positie op de A-snaar (waarbij de wijsvinger op B wordt geplaatst) naar de eerste positie op de D-snaar (weer de wijsvinger op B plaatsen) wordt bijvoorbeeld een lage vingerverschuiving genoemd.
3. Vibrato :De vibratotechniek omvat een snelle en gecontroleerde heen-en-weerbeweging van de vinger op de snaar, waardoor een lichte variatie in toonhoogte ontstaat. Een "lage vingervibrato" zou aangeven dat het vibrato wordt uitgevoerd met vingers die op de lagere snaren worden geplaatst, meestal tussen de wijsvinger en de middelvinger.
4. Beledigingen :Bij het spelen van noten met een smet (een vloeiende, samenhangende overgang tussen noten), wordt de term 'lage vingers smet' soms gebruikt om onduidelijke noten op lagere snaren te beschrijven, voornamelijk tussen G, D en A.
Het begrijpen en gebruiken van het concept van plaatsing en technieken met lage vingers is belangrijk bij het vioolspel, omdat het helpt bij het garanderen van de juiste intonatie en het vergemakkelijken van verschillende technische uitdagingen die je tegenkomt in verschillende muziekstukken.