De viool heeft vier snaren, afgestemd op de noten G, D, A en E, van laag naar hoog. Het lichaam van de viool is gemaakt van hout, meestal sparrenhout of esdoorn, en de hals is gemaakt van ebbenhout. De snaren zijn gemaakt van darm- of synthetisch materiaal. De viool wordt bespeeld door een strijkstok over de snaren te trekken, of door met de vingers aan de snaren te tokkelen.
De viool is een van de belangrijkste instrumenten in de klassieke muziek en wordt ook in veel andere genres gebruikt, waaronder jazz-, folk- en rockmuziek. Het is een veelzijdig instrument dat een breed scala aan geluiden kan produceren, van het zachtste gefluister tot de luidste schreeuw.