Arts >> Kunst en amusement >  >> muziek >> Muziekinstrumenten

Hoe verandert de toonhoogte als je het instrument aandraait?

De toonhoogte van een instrument verandert als je het aandraait, omdat de spanning van de snaren toeneemt. Wanneer de snaren strakker staan, trillen ze op een hogere frequentie, waardoor een hogere toon ontstaat. Omgekeerd, als de snaren losser staan, trillen ze op een lagere frequentie, waardoor een lagere toonhoogte ontstaat.

Deze relatie tussen spanning en toonhoogte is van fundamenteel belang voor het stemmen van snaarinstrumenten. Door de spanning van de snaren aan te passen, kunnen muzikanten hun instrumenten op elkaar en op de gewenste toonhoogte afstemmen.

De specifieke relatie tussen spanning en toonhoogte wordt gegeven door de volgende formule:

```

f =(1/2L)√(T/m)

```

waar:

* f is de frequentie van de trillende snaar

* L is de lengte van de trillende snaar

* T is de spanning van de snaar

* m is de massa van de snaar

Zoals deze formule laat zien, is de frequentie van een trillende snaar recht evenredig met de vierkantswortel van de spanning van de snaar. Dit betekent dat als je de spanning van een snaar verdubbelt, de frequentie ervan met een factor √2 toeneemt. Omgekeerd, als je de spanning van een snaar halveert, zal de frequentie ervan met een factor √2 afnemen.

Muziekinstrumenten

Verwante categorieën