2. Snaren: Zowel het klavecimbel als het orgel produceren geluid door de snaren te laten trillen. Bij een klavecimbel worden de snaren getokkeld door stekels of leren plectra, terwijl bij een orgel de snaren door de wind worden aangeblazen.
3. Leidingen: Een orgel heeft pijpen die geluid produceren als er lucht doorheen wordt geblazen. Klavecimbels hebben geen pijpen.
4. Pedalen: Orgels hebben pedalen die met de voeten worden bespeeld. Klavecimbels hebben geen pedalen.
5. Volume: Zowel het klavecimbel als het orgel kunnen een breed scala aan volumes produceren, van zacht tot luid.
6. Klankkleur: Het klavecimbel en orgel hebben verschillende timbres. Het klavecimbel heeft een heldere, twangy klank, terwijl het orgel een rijke, volle klank heeft.
7. Gebruik in muziek: Zowel het klavecimbel als het orgel worden gebruikt in een verscheidenheid aan muziekgenres, waaronder klassieke muziek, jazz en rock.
8. Geschiedenis: Het klavecimbel en orgel bestaan beide al eeuwen. Het klavecimbel werd voor het eerst ontwikkeld in de 14e eeuw, terwijl het orgel voor het eerst werd ontwikkeld in de 3e eeuw voor Christus.