Het WoO-nummeringssysteem werd door Beethovens biografen en wetenschappers geïntroduceerd om zijn enorme oeuvre te ordenen en te catalogiseren. Het wordt gebruikt naast het meer gebruikelijke opusnummersysteem, dat door Beethoven werd gebruikt om zijn gepubliceerde composities aan te duiden. De WoO-nummers worden opeenvolgend toegekend en bieden een manier om specifieke composities die geen opusnummer hebben, te identificeren en ernaar te verwijzen.
De compositie die bekend staat als de bagatelle "Für Elise" wordt bijvoorbeeld geïdentificeerd als WoO 59. Dit betekent dat het een werk van Beethoven is dat geen opusnummer heeft, en dat het de 59e vermelding in de WoO-catalogus is.
Het WoO-nummeringssysteem is belangrijk voor onderzoekers, musicologen en artiesten die de muziek van Beethoven bestuderen en uitvoeren. Het stelt hen in staat specifieke composities te identificeren en te openen die misschien niet zo bekend of algemeen gepubliceerd zijn als zijn genummerde werken.