- Aanhoudende noten: dit zijn noten die met een constante toonhoogte en volume worden gespeeld. Ze kunnen worden gecreëerd door lucht over het embouchuregat van de fluit te blazen.
- Vibrato: dit is een kleine variatie in toonhoogte die ontstaat door het oscilleren van de luchtstroom. Vibrato kan worden toegevoegd aan aanhoudende noten of worden gebruikt om een expressiever geluid te creëren.
- Trillingen: dit zijn snelle afwisselingen tussen twee noten. Trillers worden vaak gebruikt om versiering aan een melodie toe te voegen.
- Glissandos: dit zijn soepele glijbanen van de ene toonhoogte naar de andere. Glissando's kunnen worden gecreëerd door geleidelijk de positie van de vingers van de speler op de toetsen te veranderen.
- Fladderende tong: dit is een techniek die een rollend of trillend geluid produceert. Het wordt gecreëerd door de tong snel tegen het gehemelte te laten trillen.
- Spuugtonen: dit zijn hoge tonen die ontstaan door in de fluit te spugen. Spit-tonen worden vaak gebruikt voor speciale effecten.
- Toetsklikken: dit zijn geluiden die ontstaan wanneer de toetsen van de fluit worden ingedrukt of losgelaten. Toetsklikken kunnen worden gebruikt om ritmische interesse aan een muziekstuk toe te voegen.
Het geluid van een fluit kan variëren, afhankelijk van het type fluit dat wordt bespeeld, de materialen die zijn gebruikt om de fluit te maken en de techniek van de speler.