1. Percussie: Percussie-instrumenten van klei, zoals kleidrums of kleipotten, produceren geluiden wanneer ze worden aangeslagen met stokken of hamers. De trillingen veroorzaakt door de impact creëren geluidsgolven. De vorm, grootte en dikte van het kleilichaam bepalen de toonhoogte en het timbre van het geluid.
2. Blaasinstrumenten: Blaasinstrumenten van klei, zoals ocarina's of fluitjes van klei, produceren geluiden wanneer er lucht in wordt geblazen. De lucht stroomt door een kamer in het instrument, waardoor trillingen ontstaan. Deze trillingen worden door de resonerende kamer versterkt en gevormd, waardoor een muzikale toon ontstaat. De grootte en vorm van de kamer, evenals de plaatsing en grootte van de gaten, zijn van invloed op de toonhoogte en toonkwaliteit.
3. Snaarinstrumenten: Sommige klei-instrumenten, zoals kleixylofoons of kleiharpen, worden geclassificeerd als snaarinstrumenten. Bij deze instrumenten wordt klei als basis gebruikt en worden snaren van materialen als nylon of metaal eroverheen gespannen. Wanneer de snaren worden geplukt of aangeslagen, trillen ze en produceren ze geluid. De spanning van de snaren, de lengte en de gebruikte materialen beïnvloeden de toonhoogte en toon van het instrument.
Het is belangrijk op te merken dat de specifieke details over hoe een bepaald klei-instrument geluid produceert, kunnen variëren, afhankelijk van het ontwerp en de constructie van het instrument.