1. Embouchure:
- Ontspannen embouchure: Een ontspannen embouchure, waarbij de onderlip iets omgevouwen is en de hoeken naar achteren getrokken, produceert een zachter geluid.
- Gespannen embouchure: Het aanspannen van de embouchure, met een stevigere lippositie, verhoogt de vibratie van het riet en produceert een luider geluid.
2. Luchtdruk:
- Meer lucht: Door met grotere kracht meer lucht in de klarinet te blazen, wordt de trilling van het riet verhoogd en ontstaat een luider geluid.
- Gereduceerde lucht: Door de luchtstroom te regelen en de luchtdruk te verlagen, worden de trillingen van het riet verminderd, wat resulteert in een zachter geluid.
3. Vingertechniek:
- Open of halfopen toetsen: Door bepaalde toetsen open of half open te houden tijdens het spelen ontstaat een "lekkend" geluid met verminderde weerstand. Dit resulteert in een zachtere toon.
- Gesloten sleutels: Het volledig indrukken van de toetsen zorgt voor een goede afdichting en produceert een luider, meer gericht geluid.
4. Registreersleutel:
- Bovenste registersleutel (Clarion Register): Spelen in het bovenste register van de klarinet produceert een helderder, luider geluid vergeleken met de lagere registers.
- Onderste registersleutel (Chalumeau-register): Spelen in het lagere register van de klarinet produceert een zachtere, zachtere toon.
5. Rietsterkte:
- Harder riet: Een harder riet heeft meer ademdruk nodig om te trillen, wat resulteert in een luider geluid.
- Zachter riet: Een zachter riet trilt gemakkelijker, waardoor een zachtere toon ontstaat met minder ademdruk.
6. Ligatuurdruk:
- Straktere ligatuur: Het aanspannen van de ligatuur verhoogt de druk op het riet, waardoor een luider en helderder geluid ontstaat.
- Losse ligatuur: Door de ligatuur los te maken, wordt de druk op het riet verminderd, wat resulteert in een zachtere, donkerdere toon.
7. Mondstuk:
- Grotere tipopening: Een mondstuk met een grotere tipopening laat meer lucht door, waardoor een luider geluid ontstaat.
- Kleinere tipopening: Een mondstuk met een kleinere tipopening beperkt de luchtstroom, wat resulteert in een zachter geluid.
8. Lengte van de loop:
- Langer vat: Langere vaten zorgen voor meer weerstand en produceren een donkerdere en zachtere toon.
- Kortere loop: Kortere lopen bieden minder weerstand, wat resulteert in een helderder en luider geluid.
Vergeet niet dat deze technieken moeten worden toegepast in combinatie met een goede algemene klarinettechniek en oefening om nauwkeurige controle over de luidheid van het instrument te verkrijgen.