Het Hammondorgel is een elektrisch orgel dat in 1934 werd uitgevonden door Laurens Hammond. Het is een toetsinstrument dat een reeks roterende metalen schijven gebruikt om geluid te creëren. De schijven worden toonwielen genoemd en zijn in een reeks rijen gerangschikt. Elke rij toonwielen komt overeen met een andere toonhoogte. Wanneer de organist een toets speelt, draait een motor de toonwielen, en het magnetische veld dat door de wielen wordt gecreëerd, induceert een stroom in een opneemspoel. Deze stroom wordt vervolgens versterkt en naar een luidspreker gestuurd.
Het Hammond-orgel lijkt op een pijporgel in die zin dat het een reeks pijpen gebruikt om geluid te creëren. Het Hammond-orgel gebruikt echter elektrische toonwielen in plaats van pijpen. Dit maakt het Hammond-orgel compacter en draagbaarder dan een pijporgel. Bovendien kan het Hammond-orgel een grotere verscheidenheid aan geluiden produceren dan een pijporgel.
Hier zijn enkele overeenkomsten tussen het Hammond-orgel en het pijporgel:
* Beide instrumenten gebruiken een reeks pijpen of schijven om geluid te creëren.
* Beide instrumenten hebben een toetsenbord dat wordt gebruikt om de muziek te spelen.
* Beide instrumenten kunnen een grote verscheidenheid aan geluiden produceren.
* Beide instrumenten worden gebruikt in kerken en andere religieuze instellingen.
Hier zijn enkele verschillen tussen het Hammond-orgel en het pijporgel:
* Het Hammond-orgel gebruikt elektrische toonwielen in plaats van pijpen.
* Het Hammond-orgel is compacter en draagbaarder dan een pijporgel.
* Het Hammond-orgel kan een grotere verscheidenheid aan geluiden produceren dan een pijporgel.
*Het Hammondorgel is goedkoper dan een pijporgel.
Over het geheel genomen lijkt het Hammond-orgel sterk op het pijporgel. Er zijn echter enkele belangrijke verschillen tussen de twee instrumenten.