Op de trombone komen valse tonen het meest voor in het lage register. Dit komt omdat de lage noten een meer ontspannen embouchure vereisen, waardoor het moeilijker wordt om de toonhoogte te beheersen. Er kunnen echter in elk register valse tonen voorkomen als de speler niet oppast.
Er zijn drie hoofdtypen valse tonen op de trombone:
- Lip-slurs: Deze valse tonen ontstaan wanneer de speler het mondstuk omhoog of omlaag over de lippen schuift, waardoor de toonhoogte verandert.
- Tongbeledigingen: Deze valse tonen ontstaan wanneer de speler de tong gebruikt om een noot te articuleren, waardoor de toonhoogte verandert.
- Embouchure-wijzigingen: Deze valse tonen ontstaan wanneer de speler de vorm van de lippen verandert, waardoor de toonhoogte verandert.
Valse tonen kunnen moeilijk te vermijden zijn, maar er zijn een paar dingen die de speler kan doen om het risico dat deze worden geproduceerd te minimaliseren. Deze omvatten:
- Oefenen met een stemapparaat om er zeker van te zijn dat de toonhoogte correct is.
- Gebruik maken van een ontspannen embouchure, vooral in het lage register.
- Aantekeningen duidelijk en soepel articuleren.
- Het vermijden van plotselinge veranderingen in embouchure.