Er zijn een paar factoren die de frequentie van geluidsgolven beïnvloeden, waaronder:
* De lengte van het trillende object: Kortere voorwerpen trillen sneller en produceren hogere toonhoogtes, terwijl langere voorwerpen langzamer trillen en lagere toonhoogtes produceren.
* De spanning van het trillende object: Strakkere voorwerpen trillen sneller en produceren hogere toonhoogtes, terwijl lossere voorwerpen langzamer trillen en lagere toonhoogtes produceren.
* De massa van het trillende object: Zwaardere voorwerpen trillen langzamer en produceren lagere toonhoogtes, terwijl lichtere voorwerpen sneller trillen en hogere toonhoogtes produceren.
Over het algemeen zullen instrumenten die korter, strakker en lichter zijn hogere toonhoogtes produceren, terwijl instrumenten die langer, losser en zwaarder zijn lagere toonhoogtes zullen produceren.
Hier zijn enkele voorbeelden van instrumenten die hoge en lage tonen produceren:
* Hoge instrumenten: Viool, fluit, piccolo, trompet
* Lage instrumenten: Cello, tuba, fagot, trombone
Het is belangrijk op te merken dat de toonhoogte van een instrument ook kan worden beïnvloed door andere factoren, zoals de vorm van het instrument, de materialen die zijn gebruikt om het te construeren en de techniek van de speler.