Het doel van een grondbas is om tijdens een compositie een gevoel van stabiliteit en continuïteit te bieden, vaak als een verbindend element dat verschillende secties of bewegingen met elkaar verbindt. Het kan ook dienen als referentiepunt voor andere instrumenten en helpt de algehele tonaliteit en harmonische structuur van de muziek vast te stellen.
In de eenvoudigste vorm kan een grondbas bestaan uit een enkele noot of akkoord dat keer op keer wordt herhaald. Het kan echter ook complexer zijn, met variaties in ritme, melodie en harmonie.
De grondbastechniek is door de geschiedenis heen in verschillende muziekgenres en periodes gebruikt, van vroege barokmuziek tot hedendaagse jazz. Het komt vooral veel voor in traditionele vormen zoals de passacaglia en chaconne, waarbij de grondbas de onderliggende structuur vormt voor uitgebreide variaties.
In het geval van een grondbasgitaar speelt de gitarist doorgaans het herhalende patroon van noten in het onderste register van het instrument, terwijl andere instrumenten (zoals een melodie-instrument of een tegenmelodie) erboven verschillende muzieklijnen spelen.