De body van een gitaar is verantwoordelijk voor een groot deel van zijn timbre. Verschillende lichaamsvormen en -groottes produceren verschillende resonantiefrequenties, die de gitaar zijn karakteristieke geluid geven. De houtsoort die voor de body wordt gebruikt, heeft ook invloed op de klankkleur, waarbij verschillende houtsoorten verschillende klankkwaliteiten produceren.
De snaren van een gitaar spelen ook een rol in het timbre. Verschillende snaarmaterialen, zoals nylon of staal, produceren verschillende geluiden. De dikte van de snaren, of hun dikte, heeft ook invloed op het geluid.
De manier waarop een gitaar wordt bespeeld, kan ook het timbre beïnvloeden. Als je bijvoorbeeld met een plectrum op de gitaar speelt, krijg je een helderder geluid dan als je met je vingers speelt. Het gebruik van verschillende speeltechnieken, zoals vibrato of bending, kan ook bijdragen aan het unieke geluid van de gitaar.
Ten slotte kan de omgeving waarin een gitaar wordt bespeeld ook de klankkleur beïnvloeden. Spelen in een grote, galmende ruimte zal een ander geluid voortbrengen dan spelen in een kleine, gedempte ruimte.
Al deze factoren dragen bij aan het unieke timbre van een gitaar. Het is deze combinatie van factoren die de gitaar zo’n veelzijdig en expressief instrument maakt.