1.Drums :Trommels werden als heilig beschouwd en gebruikt voor ceremoniële doeleinden, genezingsrituelen en sociale bijeenkomsten. De Cheyenne-indianen maakten hun trommels van dierenhuiden die over een houten frame waren gespannen. Ze gebruikten drumstokken of hun handen om de drums te bespelen, waardoor een ritmische beat ontstond.
2.Rammelaars :Rammelaars werden vaak gebruikt bij religieuze ceremonies en genezingspraktijken. Ze waren gemaakt van ongelooide huid, kalebassen of schildpadden gevuld met kiezelstenen, zaden of kleine botten. Wanneer ze werden geschud, produceerden rammelaars een duidelijk geluid waarvan werd aangenomen dat het spirituele kracht had.
3.Fluiten :Fluiten werden gebruikt voor amusement, het uiten van emoties en het aantrekken van partners tijdens verkeringsrituelen. Ze waren meestal gemaakt van hout, bot of riet en werden bespeeld door aan één uiteinde lucht door een gat te blazen.
4.Fluitjes :Fluitjes waren instrumenten die vaak geassocieerd werden met jacht- en militaire activiteiten. Ze waren gemaakt van bot, hout of metaal en werden gebruikt om signalen uit te zenden, te communiceren en dierengeluiden te imiteren tijdens de jacht.
Naast deze instrumenten gebruikten de Cheyenne hun stemmen ook voor zingen en zingen tijdens ceremonies, rituelen en het vertellen van verhalen. Muziek speelde een essentiële rol in hun spirituele overtuigingen, culturele tradities en sociale leven.