Hier is een algemeen overzicht van de oorsprong van de viool:
1. Vroege snaarinstrumenten:
Vóór de viool werden in Europa verschillende strijkinstrumenten gebruikt. Deze omvatten de rebec, die een peervormig lichaam had en populair was in de 11e tot 14e eeuw, en de vielle, een meer ontwikkeld instrument met een complexere body en toets.
2. Italiaanse invloed:
De viool zoals we die nu kennen, begon vorm te krijgen in Italië tijdens de 15e en 16e eeuw. Italiaanse gitaarbouwers, vooral in steden als Cremona en Venetië, speelden een belangrijke rol bij het verfijnen van het ontwerp en de constructie van de viool.
3. Andrea Amati:
Andrea Amati wordt beschouwd als een van de eerste gerenommeerde vioolbouwers. Hij was halverwege de 16e eeuw actief in Cremona en wordt gecrediteerd voor het standaardiseren van de vorm, verhoudingen en constructietechnieken van de viool. Zijn instrumenten stonden hoog aangeschreven vanwege hun vakmanschap en klankkwaliteit.
4. De Amati-familie:
De zonen van Andrea Amati, Antonio en Girolamo Amati, zetten de familietraditie van vioolbouw voort en verfijnden het instrument verder. De violen van de familie Amati werden zeer gewild bij muzikanten in heel Europa.
5. Stradivari en Guarneri:
Aan het einde van de 17e en het begin van de 18e eeuw kwamen twee andere Italiaanse gitaarbouwers, Antonio Stradivari en Giuseppe Guarneri del Gesù, naar voren als meesters in de vioolbouw. Hun instrumenten worden beschouwd als een van de beste die ooit zijn gemaakt en worden nog steeds zeer gewaardeerd door muzikanten.
6. Verspreiding van de viool:
Vanuit Italië verspreidde de populariteit van de viool zich over heel Europa en daarbuiten. Het werd een essentieel instrument in verschillende muziekgenres, van klassieke muziek tot folk en traditionele muziek.
In de loop van de tijd onderging de viool verdere verfijningen en verbeteringen in ontwerp en constructie, maar de basisvorm en principes vastgelegd door de Italiaanse gitaarbouwers uit de 16e en 17e eeuw blijven de basis van de moderne viool.