Eerste deel:Allegro
- Sleutel:Een majoor
- Vorm:Sonata-allegro-vorm
- Tempo:Allegro (snel en levendig)
- Meter:4/4
Analyse :
- Het deel opent met een krachtig thema gespeeld door de cello, dat de energieke sfeer bepaalt.
- Het ontwikkelingsgedeelte valt vooral op vanwege de intensiteit en het contrapuntische schrijfwerk.
- De algemene toon van de beweging is helder, levendig en optimistisch.
Tweede deel:Andante cantabile
- Toonsoort:F majeur
- Vorm:Thema en variaties
- Tempo:Andante (langzaam en vloeiend)
- Meter:3/4
Analyse :
- Dit deel is een sereen en lyrisch intermezzo, met variaties op een prachtig thema.
- Elke variatie verkent verschillende facetten van het thema en toont het creatieve genie van Beethoven.
- Het deel biedt een moment van rust en emotionele diepgang binnen het kwartet.
Derde deel:Menuetto:Quasi Allegro
- Toets:een minderjarige
- Vorm:Menuet en Trio
- Tempo:Quasi Allegro (snel maar niet zo snel als Allegro)
- Meter:3/4
Analyse :
- Het menuetgedeelte presenteert een rustiek, dansachtig thema in a mineur, dat een contrasterende sfeer oproept.
- De Trio-sectie, in C majeur, zorgt voor een contrasterend lyrisch intermezzo.
- Het uurwerk balanceert de levendigheid van de voorgaande delen met een sierlijker en speelser karakter.
Vierde deel:Allegro
- Sleutel:Een majoor
- Vorm:Rondo-sonatevorm
- Tempo:Allegro (snel en levendig)
- Meter:2/4
Analyse :
- Dit deel is een vreugdevolle en energieke afsluiting van het kwartet.
- Het hoofdthema komt in het hele deel terug, afgewisseld met contrasterende episoden.
- Het deel toont Beethovens bekwame omgang met ritmische en melodische elementen, wat leidt tot een triomfantelijk einde.
Over het geheel genomen toont Strijkkwartet Op.55 nr. 1 in A Major de compositorische volwassenheid van Beethoven, zijn vermogen om diverse muzikale ideeën te combineren, en zijn beheersing van het strijkkwartetmedium. Het blijft een van zijn meest gevierde en gekoesterde kamermuziekwerken.